Met neurofeedback behandelen we geen ADHD, maar verminderen ADHD-klachten als onoplettendheid, impulsiviteit en/of hypergedrag. Het neurofeedbackprotocol bij ADHD is gericht op het verlagen van de onderactivatie in het brein. Dit klinkt tegenstrijdig bij druk gedrag, maar hierdoor gaat het brein beter stationair draaien. Dit zorgt voor een betere remming van gedrag (vermindering van impulsiviteit), een snellere en nauwkeurigere reactie op externe prikkels en een verbeterde concentratie.
Neurofeedback bij ADHD
In rust meet je bij mensen met ADHD type 3 vaak onder- en overactivatie frontaal in het brein. Deze mensen krijgen tijdens het trainen, positieve feedback als de onderactivatie vermindert. Het behandeldoel is het inhiberen (verlagen) van de theta-golven. Een gemiddeld traject om ADHD-klachten te reduceren duurt 40 sessies.
Attentie: de informatie op deze site heeft een algemeen karakter en is daarom niet altijd toepasbaar voor individuele specifieke situaties.De QEEG -meting in combinatie met de primaire klacht bepalen uiteindelijk het behandeldoel.
Drie types ADHD in een EEG
Bij mensen met de diagnose ADHD zie je een vertraging en/of versnelling van de breinactivatie. Je kunt dus drie verschillende types ADHD onderscheiden met een EEG-meting.
Neurofeedback kan ook worden uitgevoerd met medicatie. Zodra neurofeedback leidt tot verbeteringen die zichtbaar zijn in het QEEG-profiel, kan medicatie dan in overleg met de verwijzer worden afgebouwd.
Neuro-academy voor ADHD coaches
Begeleid je jongeren en/of volwassenen met ADHD en wil je een stapje verder gaan dan de geijkte coachingstechnieken, dan is de vierdaagse opleiding neurofeedback interessant voor jou. Je kunt namelijk drie typen ADHD onderscheiden in een EEG-meting en daar de coaching op afstemmen. Meer informatie.
Mensen met de diagnose ADHD type 1 overwegend onoplettend (voorheen ADD) hebben vooral last van aandachtsproblematiek zonder zichtbare hyperactiviteit. Vaak spreken ze wel over een vol en druk hoofd. Deze mensen blijken vooral een verhoging van langzame golven te hebben in het brein. Het brein schakelt niet naar een hogere versnelling wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld bij opdrachten op school of op het werk. Dit veroorzaakt onoplettendheid (concentratieproblemen). Aangezien de hyperactiviteit niet of nauwelijks aanwezig is, is deze problematiek moeilijker te herkennen. Vaak wordt er pas contact gezocht met een hulpverlener als de schoolprestaties slechter worden.
Daarnaast heeft deze groep mensen vaak last van inhibitieproblemen (externe prikkelverwerking/HSP), wat langdurige stress en/of een angststoornis kan veroorzaken. Meer informatie over HSP.
Neurofeedback bij ADHD
In rust meet je bij mensen met ADD vaak onderactivatie frontaal in het brein. Met neurofeedback behandelen we geen ADD, maar verminderen klachten als onoplettendheid en/of impulsiviteit. Voor deze groep bestaat neurofeedback vooral uit het positief belonen in de vorm van een goed verlopende video op momenten dat de hersenen beter geactiveerd zijn.
Het behandeldoel is het inhiberen (verlagen) van de theta-golven. Een gemiddeld traject om ADHD-klachten te reduceren duurt 40 sessies. Daarna kan worden gekozen om de selectieve aandacht verder te verbeteren door de beta-golven omhoog te trainen gedurende 20 sessies.
Attentie: de informatie op deze site heeft een algemeen karakter en is daarom niet altijd toepasbaar voor individuele specifieke situaties.De QEEG -meting in combinatie met de primaire klacht bepalen uiteindelijk het behandeldoel.
Drie types ADHD in een QEEG
Je kunt drie verschillende types ADHD onderscheiden met een EEG-meting. In de DSM-V heet ADD nu ADHD type 1 overwegend onoplettend.
ADHD type 1: overwegend onoplettend (onderactivatie) = ADD
1. Slaagt er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details, of maakt achteloos fouten in schoolwerk, op het werk of gedurende andere activiteiten (kijkt bijvoorbeeld over details heen of mist deze; levert slordig werk af).
2. Heeft vaak moeite om aandacht bij taken of spelactiviteiten te houden (heeft bijvoorbeeld problemen om geconcentreerd te blijven tijdens een les of gesprek, of bij het lezen van een lange tekst).
3. Lijkt vaak niet te luisteren als hij of zij direct wordt aangesproken (lijkt bijvoorbeeld afwezig, zelfs als er geen duidelijke afleiding is).
4. Volgt vaak aanwijzingen niet op en slaagt er dikwijls niet in om schoolwerk, karweitjes of taken op het werk af te maken (begint bijvoorbeeld wel aan een taak, maar raakt al snel afgeleid).
5. Heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten (heeft bijvoorbeeld moeite om een reeks taken achter elkaar af te maken; vindt het lastig om benodigdheden en eigendommen op hun plek op te bergen; het werk is slordig en wanordelijk; heeft moeite met tijdsindeling; haalt deadlines niet).
6. Vermijdt vaak om, heeft een afkeer van, of is onwillig om zich bezig te houden met taken die een langdurige geestelijke inspanning vereisen (bijvoorbeeld schoolopdrachten of huiswerk; bij adolescenten en volwassenen: een rapport opstellen, formulieren invullen, of lange artikelen doornemen).
7. Raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of activiteiten (bijvoorbeeld materiaal voor school, potloden, boeken, gereedschap, portemonnee, sleutels, papieren, bril, mobiele telefoon).
8. Wordt gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels (bij oudere adolescenten en volwassenen kan het gaan om gedachten aan iets anders).
9. Is vaak vergeetachtig tijdens dagelijkse bezigheden (bijvoorbeeld bij karweitjes, boodschappen doen; bij oudere adolescenten en volwassenen bijvoorbeeld terugbellen, rekeningen betalen, afspraken nakomen).
Concentratieproblemen aanpakken met neurofeedback.
Neuro-academy voor ADHD coaches
Begeleid je jongeren en/of volwassenen met ADHD en wil je een stapje verder gaan dan de geijkte coachingstechnieken, dan is de vierdaagse opleiding neurofeedback interessant voor jou. Je kunt namelijk drie typen ADHD onderscheiden in een EEG-meting en daar de coaching op afstemmen. Meer informatie.
Alle lesstof en protocollen in de Brainmarker zijn gebaseerd op wetenschappelijke studies en reviews. Bekijk de literatuurlijst.